De Citroën 2CV, beter bekend als de "Geit of Eend", is een icoon in de autowereld. Wat begon als een simpel en robuust voertuig voor het Franse platteland, groeide uit tot een geliefde oldtimer met een trouwe schare fans. In deze blog duiken we in de geschiedenis van deze bijzondere wagen, van de eerste prototypes tot het definitieve einde van de productie.
1939: Het onvertelde begin
Eigenlijk had de 2CV al in 1939 op de markt moeten komen. Onder leiding van Pierre-Jules Boulanger werd het prototype TPV (Toute Petite Véhicule) ontwikkeld, bedoeld als een betaalbare en praktische wagen voor boeren. De opdracht? Een auto die vier personen, 50 kg aardappelen en een doos eieren kon vervoeren over hobbelige wegen, zonder dat de eieren braken. Helaas gooide de Tweede Wereldoorlog roet in het eten en werden de eerste exemplaren verborgen of vernietigd om ze uit handen van de Duitse bezetters te houden.
1948: De officële lancering
Op 7 oktober 1948 was het eindelijk zover: de Citroën 2CV werd onthuld op het Autosalon van Parijs. Het model was flink aangepast ten opzichte van het oorspronkelijke TPV-prototype. De watergekoelde motor werd ingeruild voor een luchtgekoelde tweecilinder viertaktmotor van 375 cc met 9 pk. Het sobere maar doordachte ontwerp sloeg meteen aan, en de wachtlijsten groeiden snel.
1954: Meer vermogen en nieuwe modellen
In september 1954 introduceerde Citroën de AZ, met een krachtigere 12 pk-motor van 425 cc. Daarnaast verschenen de AZL met een halfautomatische koppeling en de AZC, een zeldzame bestelversie met een doorlopende laadvloer. Dit waren de eerste stappen naar een breder 2CV-gamma.
1959: De terreinwaardige Sahara
Een van de meest bijzondere 2CV-modellen was de Citroën 2CV Sahara, die in 1959 werd gelanceerd. Dit model had twee motoren (voor- en achteraan), waardoor hij vierwielaandrijving had en extreme terreinomstandigheden aankon. Door de lage productieaantallen is een originele Sahara tegenwoordig een kostbaar verzamelobject.
1963-1965: Luxe en technologische verbeteringen
In 1963 verscheen de AZAM, een luxueuzere versie met extra chroomdetails en een krachtigere 18 pk-motor. Twee jaar later, in 1965, werden belangrijke aanpassingen doorgevoerd, zoals scharnieren aan de voorkant van de deuren (waardoor het iconische "zelfmoorddeurtje" verdween), betere schokdempers en bredere bumpers met rubberen afwerking. De productie bereikte een recordhoogte in 1966 met 168.384 exemplaren.
1970-1975: Nieuwe modellen en de 2CV Spécial
Vanaf 1970 bestond het 2CV-gamma uit de 2CV4 (435 cc) en de 2CV6 (602 cc). In 1975 bracht Citroën een budgetversie uit: de 2CV Spécial. Dit model was minimalistisch, zonder derde zijruit of zelfs een asbak. De eerste Spécial was enkel verkrijgbaar in citroengeel, maar later kwamen er meer kleuren bij.
1979-1988: Speciale edities en het afscheid van Frankrijk
In de jaren '80 verschenen iconische speciale edities zoals de Charleston, Transat en Dolly. De Charleston, met zijn rode en zwarte kleurenschema, werd de populairste. In 1988 werd de productie in Frankrijk stopgezet, en verhuisde ze naar Portugal. Toch bleef de vraag naar de 2CV sterk.
1990: Het definitieve einde... of toch niet?
In 1990 sloot ook de Portugese fabriek in Mangualde de deuren voor de 2CV. Dit betekende officieel het einde van de productie, maar de populariteit van de 2CV als oldtimer nam alleen maar toe. Vandaag de dag zijn er nog steeds duizenden liefhebbers die hun Geitje of Eend koesteren en restaureren, waardoor dit iconische voertuig nog lang op de wegen te zien zal zijn.
De Citroën 2CV blijft een tijdloos symbool van eenvoud, duurzaamheid en plezier. Heb jij een 2CV-verhaal om te delen? Laat het ons weten in de reacties!
Wil je er eenDje huren? Dat ik mogelijk bij De2Pktjes